Het eerste internationale jeugdtoernooi waar ik coachte was het zeslandenkadettentoernooi in 1993 in Steenbergen. Ik sprak daar een collega en die zei mij dat hij de indruk had, dat een aantal coaches daar vooral voor zichzelf zat. Of dat nou waar was of niet, ik heb het wel altijd onthouden: als trainer en coach moet je goed weten waarom je het vak beoefent. Natuurlijk mag je succes nastreven, maar het gaat er vooral om dat de spelers die jij mag begeleiden zich met plezier ontwikkelen, als mens en als sporter.
Afgelopen weekeinde werden in Nijmegen de Nederlandse jeugdkampioenschappen gehouden. Ik had in de week voorafgaand aan het evenement vernomen dat weer een aantal jeugdspelers had besloten niet meer internationaal te spelen. Uitkomen voor je land, zeker als jeugdspeler, zou toch vooral leuk moeten zijn? Maandag werd in ieder tv-programma het choken van Feyenoord besproken. Ook hockeycoach Marc Lammers kwam langs. Hij stelde dat plezier een belangrijke pijler, zo niet dè belangrijkste pijler, is voor succes. Het klonk mij als muziek in de oren. Waarom gaan wij met jeugdspelers naar internationale jeugdtoernooien? Sommigen zullen zeggen om te presteren. Ik ben het daar niet mee eens. Ik denk dat we die toernooien zouden moeten bezoeken om te leren, om beter te worden, als mens en als sporter. Wellicht dat deze sporters dan beter kunnen presteren, als het ècht belangrijk is. Met mijn ervaring zie ik nu ook regelmatig coaches met -deels van buitenaf- opgelegde druk dat er gepresteerd moet worden. Als er niet gepresteerd wordt, komt er op maandag misschien weer een negatief stuk van een onbeduidende commentator over het uitblijven van prestaties. Die druk wordt gevoeld door de sporters en laat mij je vertellen: dat heeft geen positieve uitwerking op het plezier. In Nijmegen zag ik een jongens welp in de vijfde game verliezen en vervolgens werd hij toch minimaal een uur door zijn coach toegesproken. Wellicht was dit een test; als hij hierna nog een keer mee wil doen aan een toernooi, dan vindt hij tafeltennis ècht leuk.
Vroeger was het bij de Europese Jeugdkampioenschappen gebruikelijk om af te sluiten met een feestavond. Bijna iedereen vond dat leuk, in elk geval de meeste jeugdsporters. Steeds meer landen laten die feestavond schieten, zodat ze eerder naar huis kunnen en daarmee geld besparen. Dat betekent dat de laatste herinnering aan het evenement voor de meeste sporters een nederlaag is. Ik heb begrepen dat we dit jaar met aanzienlijk minder sporters naar de EJK gaan. Op die manier wordt er dus geld bespaard en laten we hopen dat deze sporters ook de feestavond mogen beleven. Dan vergroten we de kans dat deze sporters langer willen blijven investeren in hun topsportcarrière.
Het belangrijkste doel voor iedere trainer zou moeten zijn dat we onze sporters op ieder niveau ruim voldoende plezier laten beleven, zodat de sporters tegenslagen kunnen incasseren. En daar mogen trainers op afgerekend worden. Veel meer dan op hun prestaties!