Nieuwe of gewijzigde spelregel
Op 24 juni publiceerde de NTTB op haar website een artikel over een nieuwe, of misschien beter gezegd een gewijzigde spelregel. Kort gezegd is het voortaan ook toegestaan je sporter van advies te voorzien buiten de officiële coachmomenten, tenzij het voor vertraging van het spel zorgt.
Dit is goed nieuws voor coaches die bijna nooit een gele kaart kregen. Als ik onbewust aan mijn neus zat te peuteren, liep ik het risico een gele kaart te krijgen. Tafeltennis was geen sport voor Joachim Löw. Als ik wat tactisch probeerde te vertellen, zorgde ik wel dat de scheidsrechter het niet hoorde. Ik heb honderden, of eerder nog duizenden gecoacht wedstrijden met een officiële scheidsrechter erbij. Ik kan me twee gele wedstrijden herinneren dat ik een gele kaart heb gekregen. Misschien zijn het er een paar meer, maar dan was ik in die wedstrijden zo goed geconcentreerd dat ik ze gemist heb of vergeten ben. De eerste gele kaart was tijdens de Europese Jeugdkampioenschappen in 1994 in Parijs. De speler die ik coachte maakte een soort spagaat; na het punt grapte ik dat ik niet wist dat hij zo lenig was. Ter verduidelijking: één van de zaken waar je als coach wel enige invloed op kunt hebben, is het spanningsniveau van de speler. Als de spanning te hoog is, kun je met een grapje wel eens succes hebben. Het spanningsniveau gaat wellicht iets omlaag en de speler kan beter gaan spelen. Heb ik daar altijd succes mee gehad? Natuurlijk niet… er is ook wel eens iemand boos geworden, omdat die het moment niet goed vond.
Tweede gele kaart (18 jaar later)
De tweede gele kaart was bij de Nederlandse kampioenschappen in 2012. Ik had al een waarschuwing gekregen en maakte
een, inderdaad tactisch bedoeld, gebaar. Een hele terechte gele kaart, al had de betreffende scheidsrechter mij een week eerder gezegd dat hij altijd eerst twee waarschuwingen gaf, voordat hij een gele kaart gaf. Ik probeerde nog vlug weg te kijken en een slokje drinken te nemen, maar dat heeft niet geholpen. Een attente toeschouwer vroeg mij later verbaasd of ik een gele kaart had gekregen, omdat ik iets gedronken had. Ondanks dat de speler die ik coachte, Rajko Gommers, die wedstrijd toch nog had gewonnen, was ik niet helemaal tevreden. De opmerking van die geweldige toeschouwer (Jacob ten Have) zorgde ervoor dat het spanningsniveau ook bij mij weer in de juiste richting ging.
Tactische gebaren en/of flow
Igor Heller geeft het terecht aan: de regelwijziging is bedoeld voor de scheidsrechters, zodat zij nog beter op kunnen letten op zaken waar het echt om gaat: bijvoorbeeld was de bal op de rand (en dus goed) of op de kant van de tafel (en dus fout).
Sommige coaches spreken wellicht gebaren af met hun spelers over de te volgen tactiek in het volgende punt. Goede coaches helpen hun spelers op de training in de flow terecht te komen. De kans dat ze dan op 10-10 in de zevende game zelf de goede beslissing nemen is een stuk groter.
Ik zag vorige week beelden van een trainer die tijdens de uitvoering van de oefening constant bleef praten. Ik heb gehoord dat Daniel Knibbeler bij de trainingen van Epke Zonderland vooral observeert en af en toe een open vraag stelt aan Epke. Wat is beter? Wat mij betreft is de vraag stellen gelijk aan deze beantwoorden.
Tijdens de rit van Sven Kramer op de Olympsiche 10 kilometer in Vancouver van 2010 kreeg ik een sms-je van Michel de Boer. Het luidde ongeveer: “De wet van Luc Janssen: een goede coach beseft dat hij slechts een paar procent kan toevoegen. Een slechte coach kan een wedstrijd van zijn pupil verliezen”. Gerard Kemkers was meestal een goede enthousiaste coach. Deze keer wilde hij nog beter zijn.
Mijn conclusie
Ik ben het eens met de spelregelwijziging; ik hoop dat ook andere coaches er goed mee om willen en kunnen gaan.