Donderdag 6 oktober 2016 was de grote dag van Irene Faber. Ze is die dag gepromoveerd aan de Radboud-universiteit van Nijmegen met haar onderzoek “Diamonds in the rough – searching for high potential in youth table tennis players”. De verdediging van haar proefschrift vond plaats in de aula van de Nijmeegse universiteit. Bij de verdediging waren diverse vertegenwoordigers uit de Nederlandse tafeltenniswereld aanwezig. De kritische vragen tijdens de verdediging werden gesteld door onder andere prof. dr. Chris Visscher, hoogleraar aan de Rijksunivsersiteit van Groningen, dr. Johan Pion (Hogeschool Arnhem Nijmegen) en prof. dr. Paul Wylleman (sportpsycholoog van NOC/NSF). Irene werd gecomplimenteerd voor haar interessante onderwerp, de logische opbouw van haar proefschrift en vooral het bij elkaar brengen van de wetenschap en de praktijk van de sport. Ook werd aangegeven dat de passie voor tafeltennis van elke bladzijde afspatte en het toch gelukt is de noodzakelijke wetenschappelijke distantie in acht te houden. Op een vraag of dit onderzoek de Nederlandse top dichter bij de wereldtop zou kunnen brengen, antwoordde Irene dat het voor de NTTB op dit moment zinvoller zou zijn zich meer te richten op het uitbreiden van het aantal jeugdleden.
Symposium
In de ochtend organiseerde Irene in de accommodatie van tafeltennis Nijmegen een symposium met als titel “Samen sterk voor talent”. De opening vond plaats door prof. dr. Ria Nijhuis van der Sanden die vooral pleitte voor samenwerking tussen bijvoorbeeld trainers en wetenschappers. Verder gaf ze ook het belang aan van het bieden van een positieve stimulerende leeromgeving voor zowel talenten in de sport als mensen in de revalidatie (haar eigen specialisme). Vervolgens werd jeugdbondscoach Titus Damsma op een leuke manier ondervraagd door dagvoorzitter dr. Marije Elferink-Gemser. Dat gesprek ging vooral over de enorme afstand tussen het Nederlandse toptafeltennis en de Chinese wereldtop. Een voorzichtige conclusie was dat het sowieso kansloos is om die afstand te overbruggen met het kopiëren van Chinese methoden door Chinese trainers. We moeten de ruimte bieden aan de creatieve (en wellicht eigenwijze) geest van de Nederlanders en daarbij op zoek gaan naar een creatieve oplossing waar de Chinezen niet direct een antwoord op hebben, zoals de Zweden dat gedaan hebben met onder andere Waldner.
Aansluitend nam Titus plaats in een panel dat discussieerde over de zin en onzin van vroegspecialisatie. Eigenlijk gaven alle pannelleden vanuit hun eigen invalshoek aan dat het juist belangrijk is om breed op te leiden op jonge leeftijd met beoefening van meerdere sporten. Titus Damsma gaf aan dat hij het principe van breed opleiden steunt, maar dat het moeilijk is dat in de tafeltennispraktijk uit te voeren. Johan Pion gaf aan dat er op jonge leeftijd vooral algemene coördinatieve vaardigheden getraind moeten worden. Paul Wyllieman pleitte daarbij met name voor een specialisatie van trainers en coaches. Hij gaf aan dat trainers beter moeten worden opgeleid om dat proces van breed opleiden op jonge leeftijd beter te kunnen vormgeven. Chris Visscher gaf aan dat er in die brede opleiding veel meer vrijheid en verantwoordelijkheid gegeven moet worden aan de kinderen, zodat zij de ruimte krijgen en gestimuleerd worden om creatieve oplossingen te bedenken en uit te voeren.
Kandidaat voor bestuur VVTT
Na de verdediging kregen de aanwezigen de kans om Irene te feliciteren. Namens de VVTT overhandigde waarnemend voorzitter Luc Janssen een mooie bos bloemen. Hij sprak daarbij trots te zijn op de prestatie en het werk van Irene. Verder gaf hij aan enorm blij te zijn dat Irene toe wilt treden tot het bestuur van de VVTT.